Ik ben geboren in 1947 in Amsterdam. Mijn ouders zijn beide geboren in Indonesië. Vroeger was ik best wel sportief met het daarbij behorende slanke postuur. Ik kon van alles eten zonder dik te worden. In die jaren was ik in het geheel niet geïnteresseerd in of groenten beter waren dan patat. Als het maar lekker was dan was het wel goed. Ongeveer vanaf mijn 37e jaar ben ik directeur geweest. Dit was jarenlang een reden om veel met klanten uit eten te gaan vaak met een flinke slok drank erbij en langzaam werd ik dikker en dikker. In die periode deed ik ook niet meer aan sport.
In 1989 planden ik voor mijn klanten een groot feest in het toenmalige Mariott Hotel in Amsterdam. Dat was voor mij een reden om een nieuw pak aan te schaffen. Tot mijn schrik bleek dat mijn omvang weer een paar broekmaten groter was geworden. Dit was voor mij een sterke motivatie om mijn eerste grote veranderingen aan te brengen door helemaal te stoppen met drinken, weer te gaan sporten en heel veel minder te gaan eten. Het probleem was alleen dat ik het zonder enige kennis mee begon. Elke vrijdag zaterdag en zondag liep ik grote afstanden in mijn eentje van wel 20 km. Daarnaast ben ik begonnen om mijn eten drastisch te miniseren. Ik ben al met al in een relatief korte tijd zonder kennis en zonder hulp op deze verkeerde manier flink afgevallen. Omdat ik er zo slecht uitzag namen sommige mensen de moeite om mij uit te leggen dat het niet goed was om ongetraind 3 dagen achter elkaar zoveel te lopen. Ze leerden mij dat rust heel belangrijk was na een zware inspanning en dat je dat soort grote afstanden langzaam moest opbouwen. Ook leerde ik van Hélène , mijn vrouw, dat het alleen maar miniseren van eten niet goed is. Maar dat ik ook moest kijken naar vitamines en groenten en fruit. Dit was het startsein om via lezen en cursussen en sporttraining mijn kennis te vergroten over sporten en voeding. Vooral op voeding gebied waren er veel tegengestelde geluiden. Omdat er in de Bijbel heel veel staat over voeding ben ik de Bijbel als een soort scheidsrechter gaan gebruiken. Tot op de dag van vandaag heb ik veel gehad aan wat er in de Bijbel geschreven staat over voeding. De Bijbel heeft mij een grote bijdrage geschonken aan mijn huidige welzijn. Door het lezen ben ik ook geen vlees meer gaan eten. Dat heeft alles te maken hoe wij met dieren omgaan. Als wij als mensen anders met beesten om zouden gaan dan zou ik geen problemen hebben om de meeste soorten vlees te eten. Niet voor niets is een belangrijke natuur wet: gegeten en gegeten worden.
Vanaf 2008 ben ik mijn moeder gaan verzorgen omdat ik me niet kon verenigen hoe dat tot opdat moment gedaan werd. De verzorging werd met liefde door de thuis zorg gedaan. Maar naar mijn idee kon mijn moeder onmogelijk gezond worden van de medicijnen die ze kreeg. Ze ging alleen maar steeds verder achteruit. Haar huid was al drie jaar op vele plaatsen open. En men smeerde er steeds maar weer wat op. Elk halfjaar kreeg ze een nieuw zalfje maar niets hielp. Ik heb toen aan de dokter van mijn moeder gevraagd om met alle medicijnen en zalfjes te mogen stoppen. Als de dokter had gezegd “Daar komt niets van in” Dan zou ik met mijn staart tussen mijn benen zijn afgedropen. Maar hij vond het goed op één voorwaarde dat ik de bloedverdunner zou blijven geven. In mijn overmoed vroeg ik toen of we het toch zonder de bloedverdunner gingen proberen. Ik vertelde dat ik niets met vitamine preparaten wilde doen. Maar dat ik haar alleen maar goed eten wilde geven en meer zonlicht wilde geven. De dokter ging er tot mijn verbazing mee akkoord als hij elke week langs mocht komen om een vinger aan de pols te houden. Na een week was de stoelgang van mijn moeder weer beter